Onlangs liep ik op kantoor de wc in en hoorde mijn collega, agent De Jong, op de andere wc telefoneren. Het klonk als een normaal gesprek, totdat ik hem het volgende hoorde zeggen: ‘Ze zijn nu bezig met de valse informatie die ik ze heb gegeven. Vanavond is het moment.’
Meteen wist ik dat dit niet met een van onze missies te maken had. Nadat agent De Jong de wc had verlaten ging hij direct naar zijn auto. Ik ben snel in mijn auto gestapt en ben hem gaan volgen. Dit moest ik erg onopvallend doen, want agent De Jong is heel goed getraind en heeft het snel door als iemand hem volgt. Na vijf minuten rijden, parkeerde agent De Jong zijn auto bij een kantoorpand. Ik heb mijn auto verdekt geparkeerd tussen de bomen. Agent De Jong liep snel het pand binnen, waardoor ik hem even uit het oog verloor. Gelukkig hoorde zijn stem vanuit een openstaand raam. Toen ik naar binnen liep, hoorde ik voetstappen aankomen. Achter de dichtstbijzijnde deur bleek een schoonmaakhok te zitten, dus hier heb ik me in verstopt. Plotseling hoorde ik verschillende stemmen, het leek wel vanuit het plafond te komen. Ik ben op een trapje gaan staan en heb een van de plafondplaten weggehaald. Perfect, een ventilatieschacht. Daar kwamen de stemmen vandaan en het was de ideale plek voor mij om agent De Jong af te luisteren. Zo stil mogelijk ben ik door de ventilatieschacht gekropen, op het geluid af.
Na een tijdje kwam ik bij een ventilatierooster uit. Mijn voorgevoel klopte, daar stond agent De Jong met een van de meest gezochte bendeleden. We waren al maanden bezig om zijn bende te ontmaskeren. ‘Mijn collega’s hebben niks door, ze zitten allemaal op kantoor te werken.’ zei agent De Jong. ‘Goed gedaan. Vanavond plegen we de overval, direct daarna stap ik met de andere drie op het vliegtuig. Jij blijft hier om die domme agenten op het verkeerde spoort te zetten.’ zei de bendeleider.
Ik kon niet geloven dat agent De Jong mij en mijn collega’s had misleid. Ik wilde mijn telefoon pakken om de rest van de agenten te sms’en, maar terwijl ik dat deed stootte ik mijn elleboog. De bendeleider hoorde het. Boos zei hij tegen agent De Jong: ‘Snel, kijk of er iemand zit daarboven!’ Zo snel en stil mogelijk kroop ik om de hoek. Net op tijd voor agent De Jong de ventilatieschacht in keek. Ik heb gelijk mijn locatie doorgestuurd naar de rest van de agenten met de mededeling dat ze per direct moesten komen om de bendeleider op te pakken.
Eenmaal terug in het schoonmaakhok hoorde ik mijn collega’s aankomen. Vlug heb ik de deur voor ze opengedaan. ‘Hij zit in het kantoor aan het eind van deze gang, samen met agent De Jong. We gaan ze nu pakken.’ legde ik mijn collega’s uit. Ze keken erg verbaasd toen ik de naam van agent De Jong noemde, maar er was geen tijd om stil te staan. Met behulp van mijn collega’s is het gelukt om de bendeleider en agent De Jong op te pakken! Ze zitten nu veilig opgesloten en mijn collega’s en ik kunnen weer verder met onze missies!